Column: Surfing the waves of the corona pandemic

The world and its societies have been changed a lot in the past three years. No one has thought a small, nasty virus would take countries to the borders of their health care systems and far going measures for citizens.

by Geert Braam

Since the omicron-variant has spread around the world, the hospitals are becoming emptier. Though many people do self-isolation, but I thank God this mutation reduces big pressure on the health care systems – in the Western world. Now the time has come to take a careful look over my shoulder to see what the corona virus caused in the world and my personal life.

The first wave in spring 2020 was the most particular one in my opinion. I mean, the virus was quite new and unknown, and in The Netherlands there was a scarce of protecting equipment, as in face masks and hand sanitizer liquid. The country was theoretical still open, but many people took note of the urgent request to stay at home. It was very strange to see, even the always crowded city centre of Amsterdam was as empty as I never saw before.

Far going measures

It is interesting to see how far governments can go to save their health care systems. And of course, nobody knew in the first period how the virus could spread exactly. Initially the citizens has been forced to maintain the one and a half meter distance (social distancing!), wash their hands frequently, sneeze and cough in the elbow and use paper handkerchiefs. And of course, take a corona test and do self-isolation when people feel ill.

But those measures were not enough. The new cases of corona infected people increased every day. In two years we had four times that there was a peak of new confirmed cases.

I don’t know anymore in what order the measures started, but we saw soccer competitions in empty stadiums, restaurants and bars that closed by 8:00 PM, required proofs of vaccination or negative tests and even two months with a serious curfew. Far going measures so to save the hospitals from a bigger incoming stream of people in need than the nurses can handle.

Corona as a journalistic hype

It is interesting to see how politics, journalism and society go along together. For all of us the corona virus was a new, dangerous thing and the hard working journalists guide us ( = we as citizens) through hard times. I love journalism for many reasons, the creativity to find new angles in a big subject and fast changing world is one of them.

Journalism is necessary because it feeds citizens with facts, true stories and a critical view to powers, like the democracy, the royal house and the constitutional state. Could you imagine how corona would treat us when there is no news?

Zwolle train station, the second busiest train station of the Netherlands, is normally crowded by many travelers but in the spring of 2020 it looks abandoned. Photo: Geert Braam

Studying in times of lockdowns

Living and studying in times of a closed world was interesting and challenging. Lessons on Microsoft Teams – the casual version of Skype – was the alternative of physical lessons, due to the closed universities. Those lessons on my computer was not my cup of tea, so I must confess I skipped some classes because I was not motivated to attend them. Home is home for me, a place to live and sleep, and school is the right place to attend lectures and study by yourself.

It was a big relieve when the Prime Minister announced that the schools opened up begin of this year, finally meeting other pupils again and meetings with the teachers are back. I really missed it.

All taken into considering, the current Omicron-variant is both a curse and a blessing. The people are still infected, corona will never disappear. On the other hand, the public life can restart because this mutation doesn’t take many sick people to the hospitals anymore – a shout-out to the vaccin developers is in its place.

Geerts BoekenTip: Universele Reisgids voor Moeilijke Landen

Vanaf nu ook op deze blog te vinden: samenvattingen en recensie-achtige artikelen van boeken. Boeken waarvan ik vind dat ze ertoe doen. Die de tijd zeker waard zijn om te lezen. In deze eerste aflevering in deze categorie tip ik het boek Universele Reisgids van Moeilijke Landen, geschreven door wereldreiziger Jelle Brandt Corstius.

Algemene feitjes

  • Aantal hoofdstukken: 8
  • Aantal bladzijden: 191
  • Illustrator: Michiel van de Pol
  • Jaar van uitgave: 2012
  • Uitgever: Prometheus
  • Genre: reisgids
  • ISBN: 978 90 446 1908 9

 

Over de auteur

Jelle Brandt Corstius is een doorgewinterde (letterlijk!) Nederlander die al de nodige ervaring heeft in Rusland, aangezien hij er een aantal jaren woont. Hij heeft echter ook andere, voornamelijk oriëntaalse, landen bezocht, zoals India en Indonesië. Hij woonde van 2000 tot 2010 in Moskou, de Russische hoofdstad. Daar maakte hij maar liefst documentaires over het land, de VPRO zond ze uit. Bovendien heeft Brandt Corstius een bescheiden aantal boeken geschreven, die duiding geven over het reizen door en leven in Rusland.

De voorkant van het boekje. Foto: Geert Braam

 

Even inhoudelijk

Dit boek is bijzonder praktijk praktisch gericht en leest makkelijk weg. Het begint al bij de opbouw van het boek: wat te doen voor men vertrekt (hoofdstuk 1), dan volgt er informatie wat te doen als je eenmaal onderweg bent. Een paar hoofdstukken gaan over het reilen en zeilen in het land van bestemming. De uitgave eindigt met de terugreis en nazorg als men terug is in ons koude kikkerlandje.

Ik ontdekte dit boek door het vak ‘interculturele communicatie’, plus dat verre landen met andere gebruiken en tradities kunnen rekenen op grote belangstelling van mij. Wat gewoon bij ons is, kan in een maatschappij van duizenden kilometers verderop totaal vreemd zijn.

Ik wi niet te veel spoilen, maar toch ga ik kleine dingetjes uitlichten die een westers mens snel opvalt als hij gearriveerd is in bijvoorbeeld Rusland of een land in de regio Zuidoost-Azië. Zo is het gewoon om in Rusland bij het minste of geringste al een wodka’tje weg te drinken.

 

Voedsel & versnaperingen (hoofdstuk 5)

Volgens Brandt Corstius moet iedere westerse persoon die in zo’n ‘ver-weg-van-huis-land’ zit, rekening houden met diarree. Dit komt puur vanwege het feit dat de lokale keuken daar totaal anders is; wij in de Westerse wereld krijgen té luxe en té gezond voedsel binnen. In Rusland en Zuidoost-Azië gelden weer andere eet- en kooktradities die overigens totaal verschillen van de in Nederland bekende afhaalchinees.

Een ander element is dat je als consument daar zelf streng moet letten hoe er in lokale restaurantkeukens omgegaan wordt met de hygiëne. Je zal dus je ‘normale’ voedingsstandaarden flink naar beneden moeten bijschroeven, je ontkomt er niet aan.

Met name in Rusland vloeit de alcohol rijkelijk, het wordt daar gezien als een sociaal bindmiddel als ik de schrijver mag geloven. Op de openbare weg in Rusland is het heel normaal dat je elkaar spontaan aanspreekt met een glaasje (lees: volle fles) wodka. En daar zit een reden achter: door de alcohol voelt het alsof je lichaam de bittere kou beter doorstaat. Maar goede, warme kledij dragen blijft essentieel.

Zomaar twee pagina’s van het ‘hoofdverhaal’. Foto: Geert Braam

 

Lucratieve baantjes (hoofdstuk 7)

In het boek staat ook benoemd dat er in verre landen voor alles wel werk is. Voorbeelden hiervan zijn mensen die gebruikte dienbladen opruimen, zelfs bij de grotere fastfoodketens daar. Verder zijn er werknemers in vliegvelden, die zomaar je bagage ongevraagd op een kar zetten. Daar vragen ze dan achteraf een klein bedrag voor. En in Turkije zijn er regelmatig vrouwen op de markt te vinden die je willen wegen en je overgewicht melden via de luidspreker. Kan iedereen meegenieten!

 

Snelle tips, samengevat uit de Universele Reisgids voor Verre Landen

Er staat nog zo veel meer in het boek, wat je absoluut moet lezen ter voorbereiding op het verblijf in andere cultuurgebieden. Hier volgt een kleine bloemlezing:

  • Let goed op wat je meeneemt en wat niet. Alle voorwerpen die je inpakt moeten a) relevant zijn en b) praktisch gebruikt worden.
  • In eerste instantie: vertrouw niemand. Als goed Engelssprekende westerse man krijg je veel aandacht. Je valt op, daar kan de lokale bevolking misbruik van maken. Zo kun ze je veel geld aftroggelen als je niet scherp bent, want de inwoners zien jou als wandelende portemonnee.
  • Hou altijd, maar dan altijd alles schoon. Jouw handen, jouw kleding, jouw huid etc. worden snel de dupe van de slechte hygiëne in voornamelijk Rusland en landen in de regio van Zuidoost-Azië. Schoon drinkwater uit de kraan is in die gebieden eerder uitzondering dan regel. Let bovendien op voldoende bescherming tegen malaria en andere ziektes die je op dat moment niet kan gebruiken (wanneer wel?).
  • Doe niet alsof je alles zelf beter weet, die gedachte is al eeuwenlang achterhaald. Ga juist op avontuur met een open geest en bed je op die manier in in de tradities en cultuur die in dat verre gebied heersen.

 

Tot slot

Al met al is het een nuttig en praktisch boek. Je hoeft geen doorlopend verhaal te verwachten. Het zijn juist tips, adviezen en afraders die toegelicht worden, afgewisseld met anekdotes en bondige verhalen van Jelles avonturen. Ik vond het een makkelijk en laagdrempelig boek, deels met amusement. Ik ben verbaasd over Brandt Corstius’ schrijfstijl!

 

 

 

Het journalistieke BoekenBlog

 

In de wereld van de journalistiek zijn er veel boeken die vol staan van feiten, visies en meningen op de journalistiek. Af en toe pakt Geert er een paar uit, en bespreekt hij het op deze weblog. Dit zijn de boeken voor deze deze keer:

Mediamores – Henk Blanken

Dit boek beschrijft de huidige staat van de media, dus ook van die van de journalistiek. Blanken begint ieder hoofdstuk met een persoonlijk inleiding en anders wel een voorbeeld van hoe de media werken. Daarin herken ik mij al te zeer, zowel als nieuwsconsument als toekomstig –producent.

Het mooie van dit boek vind ik dat de auteur dieper ingaat op de journalistieke dilemma’s van tegenwoordig en de toekomst van het vak. Het accent ligt nadrukkelijk op het slim gebruik van het internet. Journalisten zouden er meer en slimmer gebruik van moeten maken, maak ik op uit de context van het verhaal.

Ook in het opgeschreven verhaal laat Blanken er doekjes om winden: de journalistiek moet opener en meer transparant zijn, verder hoort openbaar verantwoording afleggen erbij, vind hij. Daar ligt de toekomst van de journalistiek denk ik: de pers zal zich moeten onderscheiden van de rest van de bloggers en burgerjournalisten.

Verborgen Verleiders  – Jaap van Ginneken

De media manipuleren ons waar we bij staan. Dit boek geeft aan welke manieren de media gebruiken om het publiek te misleiden – maar de mediaconsumenten dat opvatten als ‘waarheid’ terwijl dat eigenlijk dus helemaal niet is.

Eigenlijk is dit studieboek relevanter voor de communicatie-opleiding. Het kan gebruikt worden om hoe bepaalde boodschappen de wereld in te krijgen, en samen met een stukje psychologische kennis kan je je publiek effectief bereiken.

Het boek behandelt alle media en diens effecten en achtergronden, zoals amusement en soaps (hoofdstuk 2) maar ook het totaal andere medium propaganda en oorlog (hoofdstuk 5). Al met al is het interessant om alles te lezen maar ik heb er weinig aan als journalist. Dat is een beetje jammer…

Het verhaal achter het nieuws (1)

Goed, de ontgroening van de opleiding is nu voorbij. Alle eerstejaars studenten van de journalistieke opleiding gaan nu voor het eggie schrijven. Dit kwartaal werkte elke student in een redactie met een eigen thema; zo mocht ik de jongeren in de Gelderse Vallei in de gaten houden. Ik maakte mijn debuut met een artikel over een middelbare school in Veenendaal. Zij gaan na de zomervakantie werken met laptops in de klas

Les op de laptop in Veenendaalse school

Mijn eerste opdracht was duidelijk: zorg dat je een mooi artikel schrijft over deze Veenendaalse school. Bij het nieuwsgaren stootte ik tegen dit bericht op de site van de school. Bingo! Na het overtuigen van de hoofdredactrice kon ik op stap. En dat ging ik. Op een koude vrijdagochtend ging ik naar het Christelijk Lyceum in Veenendaal. Na eerst een half uurtje verdwalen in de grote stad kwam ik er alsnog aan. Wel te laat, een slordige houding voor een journalist…

Gelukkig was de verantwoordelijke vrouw nog aanwezig. Samen zochten we een rustige plek op, en dat is de personeelskamer geworden. Ze antwoordde duidelijk, al was ze wel veel meer aan het woord dan ik. “Ach ja,” dacht ik, “beter te veel dan te weinig.” Interview was klaar, ik had genoeg informatie. Daarna heb ik drie leerlingen opgezocht. Het is nog wel moeilijk om kinderen te interviewen, het lijkt erop dat ze terughoudend zijn met het praten tegen onbekende personen.

In bus 88 (Veenendaal-Ede) heb ik alle op mijn kladblok genoteerde informatie doorgenomen en maakte ik al een artikeltje in mijn hoofd. Enthousiast thuisgekomen ben ik gelijk gaan typen, ik wilde er iets moois van maken. 600 woorden zijn eigenlijk nog te weinig voor zo veel input! Schrappen dus. Alle bijzaken heb ik buiten beschouwing gelaten.

Toen ik klaar was, en de passende foto’s geüpload waren, hoefde alleen een hoofdredactrice hem te controleren. Ik moest nog een paar kleine zaken aanpassen, maar dat was dan ook alles. Nu staat het dus online, iedereen (ja ie-der-een) kan hem zien! Zo had ik toch weer een euforiemomentje. Niet te lang, want de volgende deadline stond alweer vast.

Pallas Athene College wil Topsport-talentschool worden

Van dit werk houd ik meer: snelle en korte artikelen. Ik pak er eentje bij waarbij ik echt nieuws in handen kreeg.

Er moest een artikel van 100 woorden op de site staan. En weer iets met jongeren. So i did. Ik was nieuwsgierig hoe scholen en jongeren omgaan met topsporttalent. Ik heb rondgebeld op alle middelbare scholen en Pallas Athene College gaf aan dat ze zo’n topsport-traject hebben. Wel was het eerste contact met een persmannetje van die school. Na een beetje geduld en intensieve communicatie kon ik interviewen.

Een full-time docent aardrijkskunde, Daniël de Man, is sportcoördinator op de Edese school. Nadat ik daar aangekomen was en snel even mijzelf voorgesteld te hebben, kwam er nieuws naar voren: het Pallas Athene College wil een Topsport-talentschool worden. Dat is een school die contacten heeft met stichting LOOT (Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport), onderdeel van het  NOC-NSF.

Het is een kunst, maar ik slaagde erin om tijdens het interview vragen te verzinnen over de onderhandelingen met deze stichting. De voorbereiding kon de prullenbak in, want wat De Man vertelde was veel interessanter. Het was een complete verrassing, maar wel een leuke. En met veel nieuwswaarde. Dat kunstje zet ik vaker in, het nieuwsneusje blijft ruiken.

En na het tikken van het nieuwsbericht kwam er dit artikel uit, kort maar krachtig. En ik was de eerste outsider die ervan weet. Wat is journalistiek toch leuk!

Boekverslag II: “Jouw nieuws wereldnieuws” (Nico de Leeuw)

Dit boekje is een mooie en makkelijke uitgave over de inside world van de journalistiek. Deze uitgave bevat nuttige stappen voor iemand die semi-professioneel journalist wil worden, want veel stappen die erin staan leert men ook op de journalistieke opleiding. Maar dan korter, krachtiger en helderder. Laten we zeggen dat in het 200 bladzijden tellende boek veel instructies staan voor journalisten; wat mij betreft kunnen journalistiek docenten het ook als lesmateriaal gebruiken.

Toch legt de schrijver de nadruk over de social media. Bijvoorbeeld hoe men die het beste kan gebruiken, en wat er precies de gevolgen (en ook risico’s) van zijn. Journalistiek 2.0 zal men het kunnen noemen. De participerende journalistiek komt in deze tijd meer en meer in opkomst, journalisten en ‘gewone’ mensen komen dichter bij elkaar, gaan in enkele gevallen samenwerken.

Een vraag die ik mij hierbij stel, is hoe journalistiek over 10 jaar er uitziet. Nu is bijna iedereen (een beetje) journalist, want iedereen is wel min of meer nieuwsgierig over uiteenlopende onderwerpen. Wat betekent dit voor later? Verdwijnt de journalist met pen en kladblokje? Internet is een groot en machtig verschijnsel, en veel mensen hebben een weblog. Bestaat ‘de journalist’ later nog wel? Ik weet het niet…

Zoals eerder gezegd, de tips & trucs gebruiken journalisten al/ook. We kunnen ‘jouw nieuws wereldnieuws’ opvatten als een dunnere en aantrekkelijkere samenvatting van het Basisboek Journalistiek – de journalistieke bijbel genoemd volgens enkele. Voor journalisten die nog steeds niet weten wat nieuws is – it’s a shame then – geeft dit exemplaar een heldere uitleg wat het is. In ieder geval helpt het mij verder!

 

Journalistiek boek: “De waarheid achter de vuurwerkramp” (Simon Vuyk)

Op de zonnige namiddag van zaterdag 13 mei 2000 begint in de Enschedese wijk Roombeek een klein brandje. Het lijkt onschuldig, de brandweer roept al na een kwartier dat de brand onder controle is. Maar niets is minder waar: even later loopt het uit de hand. Helemaal. Een half uur nadat de eerste rook (en vuurwerk) waargenomen is door buurtbewoners, vinden er zeer krachtige explosies plaats.

Experts vergelijken de laatste ontploffing met het exploderen van 5000(!) kg TNT, een zeer gevoelig springstof. Heel Roombeek is veranderd in een oorlogsgebied. Niets staat meer overeind, meer dan 20 doden en bijna 1000 gewonden.

Wat bleek nu uit Vuyks boek? De zaak is maar half onderzocht. De waarheid heeft de journalist Simon Vuyk achterhaald. Deels uit al bestaande notities van politieverhoren, voor een ander deel heeft Vuyk zelf ook onderzoek gepleegd. Daaruit komt naar voren dat o.a. een klusjesman het terrein vlak voor de brand betreden heeft. Bovendien lag er veel meer professioneel – en illegaal – vuurwerk dan toegestaan was.

Onder de papieren van SE Fireworks, het vuurwerkbedrijf in Enschede, was er ook een levendige zwarte handel. Het laatste en meest schokkende feit komt tevoorschijn in het laatste hoofdstuk naar voren: Den Haag had kunnen leren van een eerdere vuurwerkramp. In 1991 vond een soortgelijke explosie plaats in Culemborg, maar de conclusies van het onderzoek daarna zijn vergeten en verdwaald door de hoge mensen van o.a. Defensie en Justitie (autoriteiten en politici).

Zwarte rookwolken in een blauwe lucht: Enschede op 13 mei 2000.

Een vraag die ik mij hierbij stel is: “gebeurt dit vaker in Nederland?” De overheden zijn nalatig geweest, hebben de waarheid niet achterhaald. Hun waarheid is niet dé waarheid. Ik geloof niet dat deze ramp met zo’n omvang de enige keer is dat de Nederlandse overheid liegt (beetje hard gezegd, maar dat is het eigenlijk wel) en belangrijke feiten wil vergeten. Misschien niet op justitieel gebied, maar zijn er meer doofpotten die er wel zijn, en die wij niet weten? Een taak voor journalisten om dat te onderzoeken, de waakhond van de democratie tenslotte!

Ik vind het bizar doch goed om te zien dat een journalist zich écht ‘vastbijt’ in een zaak en alle details bij langsloopt. Alle belangrijke gegevens van de betrokkenen bij de ramp staan in het verhaal beschreven, natuurlijk wel met fictieve namen. Knap staaltje onderzoeksjournalistiek, ik hoop een voorbeeld voor de toekomstige documentairemakers of onderzoeksjournalisten. Verder dan je neus lang is, een belangrijke les die beginnende journalisten kunnen trekken uit dit boek.

“Kloppend nieuws kom je te weten door iemand te spreken”

“Het is donderdagmiddag 19 maart 2015. Buiten is het halfbewolkt, binnen zitten 50 eerstejaars in spanning af te wachten.” Zo opende ‘presentator’/docent Hans Pfauth de voorlaatste Journalistieke Arena. Meteen daarna kwam sidekick Hanneke Tijhof (tevens klasgenote) met dit filmpje. Louis van Gaal (oud-coach van het Nederlands Elftal) pakt de regie af van journalisten die interviews met hem hebben. 

Na het einde van dit filmpje werd de lestijd aan Sjoerd Mossou (spreek uit: Mossoe) geschonken.Hij heeft een simpele PowerPoint-slideshow achter zich klaarstaan met maar liefst 5(!) dia’s.

Over Sjoerd Mossou

Sjoerd Mossou is sportverslaggever voor het AD Sportwereld en dus gastspreker van deze Arena. Mossou studeerde journalistiek in Tilburg. Over de colleges spreekt hij niet veel, maar hij legt de nadruk op de stages die hij gedaan heeft.

Zijn eerste stage liep hij bij BN De Stem, de krant van Breda en omstreken. Netjes afgerond, maar niets mis mee. Zijn tweede stage beviel Mossou echter beter; in 1999 voelde hij zich meteen thuis bij het magazine Voetbal International. Van dat blad was De Snor (alias Johan Derksen) indertijd nog hoofdredacteur. Sjoerd heeft zijn studie wel afgemaakt, maar meteen daarna hield hij het nog 3 jaar vol bij VI, in de zin dat hij daar een baan had.

Na Mossous ontslag week hij uit naar Londen. “Het is gewoon een mooie stad.” In de Engelse hoofdstad deed hij klusjes voor VI en het Algemeen Dagblad, beide op freelancebasis. Tot op heden werkt hij nog voor (of bij) de AD Sportwereld, en dan met name legt hij de loep op de voetbaltak.

Tips voor de aankomende voetbaljournalist

Mossou begon te vertellen dat het voetbalplaneetje maar een kleine wereld is. “Eigenlijk tellen 20 clubs maar serieus mee, ” legde de journalist uit, “daar horen automatisch 20 voorzitters. Samen met ongeveer 50 trainers en een kudde voetballers kom je uit op zo’n 5 à 600 mensen,” legde Mossou uit.

Waarom ligt de focus van de sportwereld dan zoveel op voetbal? “De media zitten er verschrikkelijk bovenop.” Als voorbeeld vergeleek hij een voetbalveld met een schoolplein. “Stel je bent een student (voetballer) en overal lopen journalisten tussen je medestudenten en de pers ondervraagt je steeds. Bovendien staan er vele camera’s gericht op het plein. Dan weet je eigenlijk ook niet wat je moet doen.”  Daar heeft Mossou een goed punt, zo’n vergelijking kan je niet snel maken.

Sjoerd Mossou vertelt al ijsberend zijn verhaal. Foto: Geert Braam

Sjoerd Mossou vertelt al ijsberend zijn verhaal. Foto: Geert Braam

Dat is gelijk de reden waarom grote en minder grote voetbalclubs nu een persvoorlichter – of zelfs meerdere – hebben: de voetballers zelf weten er niet zo goed mee om te gaan. Toch is het volgens Sjoerd om met de voetballers zelf in contact te blijven, als het maar even kan. “Daar komt het nieuws vandaan, bij de bron zelf.”

Verder beveelde Mossou aan om als sportjournalist te beginnen/werken bij traditionele media zoals kranten en tijdschriften. “Daar is het nieuws het nieuwst. Websites zoals Voetbalzone.nl of Voetbalprimeur.nl ziet men nooit langs de lijn staan, nee, zij nemen het nieuws altijd over,” aldus de journalist. Een tweede reden is dat je roddels van feiten kan onderscheiden.

Mossou benadrukte dat contact met voetballers belangrijk is. “Zorg dat ze klaarstaan als je ze nodig hebt, en zorg ook dat ze op hun beurt jouw weer weten te vinden.” Alles draait om vertrouwen volgens Sjoerd. “Het kost tijd, je leert het wel stap voor stap.”

Oh ja, ten slotte nog slecht nieuws voor de voetbalvrouwen onder ons. Zij worden door de voornamelijk mannelijke wereld wel een beetje apart gezien, want “zo krijg je wel de aandacht van de voetballers” volgens Sjoerd over vrouwelijke voetbaljournalisten.

Afsluiting van deze Arena

Zoals gewoonlijk was er weer de nieuwsquiz. Alle vragen stonden in het teken van de Provinciale Staten-verkiezingen, die de dag ervoor werden gehouden. Marcel Alderliesten uit klas J1A was de gelukkige winnaar, want hij had 8 vragen goed, zelfs met gokken! (zal het goed doen in het casino denk ik)

Marcel Alderliesten met zijn I love PERS-shirt. Foto: Geert Braam

Marcel Alderliesten met zijn I love PERS-shirt. Foto: Geert Braam

Vervolgens kwamen alle genomineerden voor de Student van de Week naar voren. Sjoerd Mossou, de gast, mocht het oordeel uitspreken: het werd Henkjan van Beek. Henkjan is student, maar al zeer actief in het volgen van het amateurvoetbal. En dan voornamelijk in Apeldoorn en omstreken.

En toen was het pauze. Einde van deze blogpost.

Christiaan Pelgrim te gast in het laatste Journalistieke Arena

https://twitter.com/EerstGeert/status/579999785287049216

Op maandagmiddag 23 maart was Christiaan Pelgrim gastspreker bij het Journalistiek Arena. Pelgrim is journalist van het NRC Handelsblad. In zijn portefeuille zitten Den Haag, met aspecten zoals radicalisering en alcoholbeleid. Hij sprak over zijn werk in het laatste Journalistieke Arena van dit kwartaal.

De auteur van dit blog hield op Twitter een liveblog bij. De opmerkelijkste en meeste interessante blog staan hieronder.

https://twitter.com/EerstGeert/status/580000371512360960

https://twitter.com/EerstGeert/status/580000371512360960

https://twitter.com/EerstGeert/status/580001526548156416

https://twitter.com/EerstGeert/status/580002844914372608

https://twitter.com/EerstGeert/status/580003386138955776

https://twitter.com/EerstGeert/status/580003595413770240

https://twitter.com/EerstGeert/status/580003846753292288

https://twitter.com/EerstGeert/status/580004196935544832

https://twitter.com/EerstGeert/status/580004402276225024

https://twitter.com/EerstGeert/status/580005691127136256

https://twitter.com/EerstGeert/status/580005853270536192

https://twitter.com/EerstGeert/status/580006451424423936

https://twitter.com/EerstGeert/status/580007912669650945

Dit is een interessante. Persvoorlichtingen zijn namelijk irritante afdelingen voor journalisten.

https://twitter.com/EerstGeert/status/580008522362068992

https://twitter.com/EerstGeert/status/580010112246554624

https://twitter.com/EerstGeert/status/580010424411799552

https://twitter.com/EerstGeert/status/580013277494792192

https://twitter.com/EerstGeert/status/580013765699215360

https://twitter.com/EerstGeert/status/580014425404502017

Na het verhaal van Christiaan werd er weer de quiz gehouden. Deze keer gingen de 9 vragen over het binnenland. Lola en Hanneke zaten weer in hun element.

https://twitter.com/EerstGeert/status/580016192607399938

https://twitter.com/EerstGeert/status/580016985372815360

https://twitter.com/EerstGeert/status/580017404060794880

Vervolgens kwam de Student van de Week. Robyn Samson, een journalistiek studente, won een boekje: “Regeert de Leugen?” Dit boek staat op de boekenlijst.

https://twitter.com/EerstGeert/status/580017967892692992

Pelgrim wil ons het volgende meegeven voor onze toekomst:

https://twitter.com/EerstGeert/status/580010424411799552

De auteur van dit blog hield een liveblog bij op Twitter. De opmerkelijkste tweets staan hieronder op een rijtje.

Een blog over bloggen

Bloggen, dat is makkelijk nog niet. Na een half jaartje op mijn eigen houtje geblogd te hebben, starten dan nu komende tijd verschillende colleges over hoe men inhoudelijk kan bloggen. Eindelijk wordt er een concreet antwoord gegeven op de “hoe?”-vraag. Een klein overzicht van de eerste college in een reeks.

Ten eerste gaan we kijken hoe je een goede blogpost schrijft. Natuurlijk, een goede titel is belangrijk. Het is goed om een vraag te stellen aan het publiek, want mensen houden van antwoorden. Verder spreek de blogger de lezer aan op een formele manier. Hoi jij! Ook getallen doen het goed, volgens de PowerPoint-dia. Het antwoord op alles is toch 42.

Vervolgens volgt er een discussie over een ananas. Kreten als zonnige landen, SpongeBob en gezondheid vliegen over en weer. Maar wat blijkt: Prins Ananas is een rubriek van NRC. Ananassen, waar zijn we zonder.

nrc.nl/prinsananas

Ananassen zijn meer waard dan je dacht

Ananassen zijn meer waard dan je dacht

Nou ja, je niche vinden is oké, maar dit is toch wel een beetje ver gezocht vindt deze blogger. En daarmee ananas.

Een andere blogvoorbeeld is Jennie from the Blog, iemand die ver gaat met fashion en uiterlijk. Misschien wel leuk voor de mannelijke lezers/kijkers, maar het is een voorbeeld dat bloggen ook gevaarlijk kan zijn.

Kortom: bloggen is eigenlijk een uitgebreid prikbord, waarop je alles kan neerzetten wat je leuk vindt, of als je het nodig hebt. Je weet niet welke reacties je krijgt, maar het is aan jezelf hoe je ermee omgaat. Het is herkenbaar dat je blog onzichtbaar blijft voor onbekenden, wel is Twitter actiever (door middel van retweeten) dan Facebook.

We besluiten met een schema dat de samenhang tussen je verhaal, het artikel zelf en de sociale media, goed aangeeft.

Boekanalyse 2: De littekens van de dag (Hans Laroes)

De auteur, Hans Laroes, was maar liefst negen jaar lang hoofdredacteur van de NOS. In die jaren heeft hij veel meegemaakt en is er veel veranderd. Zijn belevenissen en gedachtes over de journalistiek staan in dit redelijk dikke boek – tussen de voor- en achterkant zijn er krap 320 bladzijden te vinden. Best wel veel op het eerste gezicht, maar het boeit mij enorm en ik heb het boek dan ook met plezier gelezen. Laroes vertelt in het boek over alle partijen die bij het nieuws betrokken zijn, zoals de consumenten, de journalisten van de NOS zelf, en de nieuwsbronnen.

Laroes kent zijn publiek goed. TV-kijkend en radioluisterend Nederland wordt zorgvuldig onder de loep genomen, van klein (zijn dochtertje) tot groot (“hoogopgeleide volwassenen”). Daarnaast weet hij wat zijn collega’s doen. Ik vind het leuk om te lezen hoe zo’n groot en machtig nieuwscompagnie in elkaar steekt, maar ook de veranderingen, snel en langzaam, geven een goed beeld over het reilen zeilen van de verschillende deelredacties. Pluspuntje: enkele nieuwsfeiten komen terug in het verhaal, de aanval bijvoorbeeld op de Twin Towers in New York. Hier kijk je niet mee naar de happenings zelf, maar over de schouder van Laroes hoe de redactie stoeit met alle informatie en reacties.

Dit boek stimuleert mij om journalistiek te volgen, want ik droom er al van om daar te werken. Of een ander nationale zender uiteraard, maar het komt erop neer dat men zorgvuldig maar toch met enige spoed nieuws moet brengen aan een breed publiek. Door Laroes’ verhaal weet ik een beetje wat ik kan verwachten, echter moet ik nog veel leren en doen – “al doende leert men”. Journalistiek blijft veranderen, dus ik ben nieuwsgierig hoe ik over tien jaar nieuws vergaar. We zullen het zien.