Het verhaal achter het nieuws (1)

Goed, de ontgroening van de opleiding is nu voorbij. Alle eerstejaars studenten van de journalistieke opleiding gaan nu voor het eggie schrijven. Dit kwartaal werkte elke student in een redactie met een eigen thema; zo mocht ik de jongeren in de Gelderse Vallei in de gaten houden. Ik maakte mijn debuut met een artikel over een middelbare school in Veenendaal. Zij gaan na de zomervakantie werken met laptops in de klas

Les op de laptop in Veenendaalse school

Mijn eerste opdracht was duidelijk: zorg dat je een mooi artikel schrijft over deze Veenendaalse school. Bij het nieuwsgaren stootte ik tegen dit bericht op de site van de school. Bingo! Na het overtuigen van de hoofdredactrice kon ik op stap. En dat ging ik. Op een koude vrijdagochtend ging ik naar het Christelijk Lyceum in Veenendaal. Na eerst een half uurtje verdwalen in de grote stad kwam ik er alsnog aan. Wel te laat, een slordige houding voor een journalist…

Gelukkig was de verantwoordelijke vrouw nog aanwezig. Samen zochten we een rustige plek op, en dat is de personeelskamer geworden. Ze antwoordde duidelijk, al was ze wel veel meer aan het woord dan ik. “Ach ja,” dacht ik, “beter te veel dan te weinig.” Interview was klaar, ik had genoeg informatie. Daarna heb ik drie leerlingen opgezocht. Het is nog wel moeilijk om kinderen te interviewen, het lijkt erop dat ze terughoudend zijn met het praten tegen onbekende personen.

In bus 88 (Veenendaal-Ede) heb ik alle op mijn kladblok genoteerde informatie doorgenomen en maakte ik al een artikeltje in mijn hoofd. Enthousiast thuisgekomen ben ik gelijk gaan typen, ik wilde er iets moois van maken. 600 woorden zijn eigenlijk nog te weinig voor zo veel input! Schrappen dus. Alle bijzaken heb ik buiten beschouwing gelaten.

Toen ik klaar was, en de passende foto’s geüpload waren, hoefde alleen een hoofdredactrice hem te controleren. Ik moest nog een paar kleine zaken aanpassen, maar dat was dan ook alles. Nu staat het dus online, iedereen (ja ie-der-een) kan hem zien! Zo had ik toch weer een euforiemomentje. Niet te lang, want de volgende deadline stond alweer vast.

Pallas Athene College wil Topsport-talentschool worden

Van dit werk houd ik meer: snelle en korte artikelen. Ik pak er eentje bij waarbij ik echt nieuws in handen kreeg.

Er moest een artikel van 100 woorden op de site staan. En weer iets met jongeren. So i did. Ik was nieuwsgierig hoe scholen en jongeren omgaan met topsporttalent. Ik heb rondgebeld op alle middelbare scholen en Pallas Athene College gaf aan dat ze zo’n topsport-traject hebben. Wel was het eerste contact met een persmannetje van die school. Na een beetje geduld en intensieve communicatie kon ik interviewen.

Een full-time docent aardrijkskunde, Daniël de Man, is sportcoördinator op de Edese school. Nadat ik daar aangekomen was en snel even mijzelf voorgesteld te hebben, kwam er nieuws naar voren: het Pallas Athene College wil een Topsport-talentschool worden. Dat is een school die contacten heeft met stichting LOOT (Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport), onderdeel van het  NOC-NSF.

Het is een kunst, maar ik slaagde erin om tijdens het interview vragen te verzinnen over de onderhandelingen met deze stichting. De voorbereiding kon de prullenbak in, want wat De Man vertelde was veel interessanter. Het was een complete verrassing, maar wel een leuke. En met veel nieuwswaarde. Dat kunstje zet ik vaker in, het nieuwsneusje blijft ruiken.

En na het tikken van het nieuwsbericht kwam er dit artikel uit, kort maar krachtig. En ik was de eerste outsider die ervan weet. Wat is journalistiek toch leuk!

Boekverslag II: “Jouw nieuws wereldnieuws” (Nico de Leeuw)

Dit boekje is een mooie en makkelijke uitgave over de inside world van de journalistiek. Deze uitgave bevat nuttige stappen voor iemand die semi-professioneel journalist wil worden, want veel stappen die erin staan leert men ook op de journalistieke opleiding. Maar dan korter, krachtiger en helderder. Laten we zeggen dat in het 200 bladzijden tellende boek veel instructies staan voor journalisten; wat mij betreft kunnen journalistiek docenten het ook als lesmateriaal gebruiken.

Toch legt de schrijver de nadruk over de social media. Bijvoorbeeld hoe men die het beste kan gebruiken, en wat er precies de gevolgen (en ook risico’s) van zijn. Journalistiek 2.0 zal men het kunnen noemen. De participerende journalistiek komt in deze tijd meer en meer in opkomst, journalisten en ‘gewone’ mensen komen dichter bij elkaar, gaan in enkele gevallen samenwerken.

Een vraag die ik mij hierbij stel, is hoe journalistiek over 10 jaar er uitziet. Nu is bijna iedereen (een beetje) journalist, want iedereen is wel min of meer nieuwsgierig over uiteenlopende onderwerpen. Wat betekent dit voor later? Verdwijnt de journalist met pen en kladblokje? Internet is een groot en machtig verschijnsel, en veel mensen hebben een weblog. Bestaat ‘de journalist’ later nog wel? Ik weet het niet…

Zoals eerder gezegd, de tips & trucs gebruiken journalisten al/ook. We kunnen ‘jouw nieuws wereldnieuws’ opvatten als een dunnere en aantrekkelijkere samenvatting van het Basisboek Journalistiek – de journalistieke bijbel genoemd volgens enkele. Voor journalisten die nog steeds niet weten wat nieuws is – it’s a shame then – geeft dit exemplaar een heldere uitleg wat het is. In ieder geval helpt het mij verder!

 

Journalistiek boek: “De waarheid achter de vuurwerkramp” (Simon Vuyk)

Op de zonnige namiddag van zaterdag 13 mei 2000 begint in de Enschedese wijk Roombeek een klein brandje. Het lijkt onschuldig, de brandweer roept al na een kwartier dat de brand onder controle is. Maar niets is minder waar: even later loopt het uit de hand. Helemaal. Een half uur nadat de eerste rook (en vuurwerk) waargenomen is door buurtbewoners, vinden er zeer krachtige explosies plaats.

Experts vergelijken de laatste ontploffing met het exploderen van 5000(!) kg TNT, een zeer gevoelig springstof. Heel Roombeek is veranderd in een oorlogsgebied. Niets staat meer overeind, meer dan 20 doden en bijna 1000 gewonden.

Wat bleek nu uit Vuyks boek? De zaak is maar half onderzocht. De waarheid heeft de journalist Simon Vuyk achterhaald. Deels uit al bestaande notities van politieverhoren, voor een ander deel heeft Vuyk zelf ook onderzoek gepleegd. Daaruit komt naar voren dat o.a. een klusjesman het terrein vlak voor de brand betreden heeft. Bovendien lag er veel meer professioneel – en illegaal – vuurwerk dan toegestaan was.

Onder de papieren van SE Fireworks, het vuurwerkbedrijf in Enschede, was er ook een levendige zwarte handel. Het laatste en meest schokkende feit komt tevoorschijn in het laatste hoofdstuk naar voren: Den Haag had kunnen leren van een eerdere vuurwerkramp. In 1991 vond een soortgelijke explosie plaats in Culemborg, maar de conclusies van het onderzoek daarna zijn vergeten en verdwaald door de hoge mensen van o.a. Defensie en Justitie (autoriteiten en politici).

Zwarte rookwolken in een blauwe lucht: Enschede op 13 mei 2000.

Een vraag die ik mij hierbij stel is: “gebeurt dit vaker in Nederland?” De overheden zijn nalatig geweest, hebben de waarheid niet achterhaald. Hun waarheid is niet dé waarheid. Ik geloof niet dat deze ramp met zo’n omvang de enige keer is dat de Nederlandse overheid liegt (beetje hard gezegd, maar dat is het eigenlijk wel) en belangrijke feiten wil vergeten. Misschien niet op justitieel gebied, maar zijn er meer doofpotten die er wel zijn, en die wij niet weten? Een taak voor journalisten om dat te onderzoeken, de waakhond van de democratie tenslotte!

Ik vind het bizar doch goed om te zien dat een journalist zich écht ‘vastbijt’ in een zaak en alle details bij langsloopt. Alle belangrijke gegevens van de betrokkenen bij de ramp staan in het verhaal beschreven, natuurlijk wel met fictieve namen. Knap staaltje onderzoeksjournalistiek, ik hoop een voorbeeld voor de toekomstige documentairemakers of onderzoeksjournalisten. Verder dan je neus lang is, een belangrijke les die beginnende journalisten kunnen trekken uit dit boek.

“Kloppend nieuws kom je te weten door iemand te spreken”

“Het is donderdagmiddag 19 maart 2015. Buiten is het halfbewolkt, binnen zitten 50 eerstejaars in spanning af te wachten.” Zo opende ‘presentator’/docent Hans Pfauth de voorlaatste Journalistieke Arena. Meteen daarna kwam sidekick Hanneke Tijhof (tevens klasgenote) met dit filmpje. Louis van Gaal (oud-coach van het Nederlands Elftal) pakt de regie af van journalisten die interviews met hem hebben. 

Na het einde van dit filmpje werd de lestijd aan Sjoerd Mossou (spreek uit: Mossoe) geschonken.Hij heeft een simpele PowerPoint-slideshow achter zich klaarstaan met maar liefst 5(!) dia’s.

Over Sjoerd Mossou

Sjoerd Mossou is sportverslaggever voor het AD Sportwereld en dus gastspreker van deze Arena. Mossou studeerde journalistiek in Tilburg. Over de colleges spreekt hij niet veel, maar hij legt de nadruk op de stages die hij gedaan heeft.

Zijn eerste stage liep hij bij BN De Stem, de krant van Breda en omstreken. Netjes afgerond, maar niets mis mee. Zijn tweede stage beviel Mossou echter beter; in 1999 voelde hij zich meteen thuis bij het magazine Voetbal International. Van dat blad was De Snor (alias Johan Derksen) indertijd nog hoofdredacteur. Sjoerd heeft zijn studie wel afgemaakt, maar meteen daarna hield hij het nog 3 jaar vol bij VI, in de zin dat hij daar een baan had.

Na Mossous ontslag week hij uit naar Londen. “Het is gewoon een mooie stad.” In de Engelse hoofdstad deed hij klusjes voor VI en het Algemeen Dagblad, beide op freelancebasis. Tot op heden werkt hij nog voor (of bij) de AD Sportwereld, en dan met name legt hij de loep op de voetbaltak.

Tips voor de aankomende voetbaljournalist

Mossou begon te vertellen dat het voetbalplaneetje maar een kleine wereld is. “Eigenlijk tellen 20 clubs maar serieus mee, ” legde de journalist uit, “daar horen automatisch 20 voorzitters. Samen met ongeveer 50 trainers en een kudde voetballers kom je uit op zo’n 5 à 600 mensen,” legde Mossou uit.

Waarom ligt de focus van de sportwereld dan zoveel op voetbal? “De media zitten er verschrikkelijk bovenop.” Als voorbeeld vergeleek hij een voetbalveld met een schoolplein. “Stel je bent een student (voetballer) en overal lopen journalisten tussen je medestudenten en de pers ondervraagt je steeds. Bovendien staan er vele camera’s gericht op het plein. Dan weet je eigenlijk ook niet wat je moet doen.”  Daar heeft Mossou een goed punt, zo’n vergelijking kan je niet snel maken.

Sjoerd Mossou vertelt al ijsberend zijn verhaal. Foto: Geert Braam

Sjoerd Mossou vertelt al ijsberend zijn verhaal. Foto: Geert Braam

Dat is gelijk de reden waarom grote en minder grote voetbalclubs nu een persvoorlichter – of zelfs meerdere – hebben: de voetballers zelf weten er niet zo goed mee om te gaan. Toch is het volgens Sjoerd om met de voetballers zelf in contact te blijven, als het maar even kan. “Daar komt het nieuws vandaan, bij de bron zelf.”

Verder beveelde Mossou aan om als sportjournalist te beginnen/werken bij traditionele media zoals kranten en tijdschriften. “Daar is het nieuws het nieuwst. Websites zoals Voetbalzone.nl of Voetbalprimeur.nl ziet men nooit langs de lijn staan, nee, zij nemen het nieuws altijd over,” aldus de journalist. Een tweede reden is dat je roddels van feiten kan onderscheiden.

Mossou benadrukte dat contact met voetballers belangrijk is. “Zorg dat ze klaarstaan als je ze nodig hebt, en zorg ook dat ze op hun beurt jouw weer weten te vinden.” Alles draait om vertrouwen volgens Sjoerd. “Het kost tijd, je leert het wel stap voor stap.”

Oh ja, ten slotte nog slecht nieuws voor de voetbalvrouwen onder ons. Zij worden door de voornamelijk mannelijke wereld wel een beetje apart gezien, want “zo krijg je wel de aandacht van de voetballers” volgens Sjoerd over vrouwelijke voetbaljournalisten.

Afsluiting van deze Arena

Zoals gewoonlijk was er weer de nieuwsquiz. Alle vragen stonden in het teken van de Provinciale Staten-verkiezingen, die de dag ervoor werden gehouden. Marcel Alderliesten uit klas J1A was de gelukkige winnaar, want hij had 8 vragen goed, zelfs met gokken! (zal het goed doen in het casino denk ik)

Marcel Alderliesten met zijn I love PERS-shirt. Foto: Geert Braam

Marcel Alderliesten met zijn I love PERS-shirt. Foto: Geert Braam

Vervolgens kwamen alle genomineerden voor de Student van de Week naar voren. Sjoerd Mossou, de gast, mocht het oordeel uitspreken: het werd Henkjan van Beek. Henkjan is student, maar al zeer actief in het volgen van het amateurvoetbal. En dan voornamelijk in Apeldoorn en omstreken.

En toen was het pauze. Einde van deze blogpost.

Christiaan Pelgrim te gast in het laatste Journalistieke Arena

https://twitter.com/EerstGeert/status/579999785287049216

Op maandagmiddag 23 maart was Christiaan Pelgrim gastspreker bij het Journalistiek Arena. Pelgrim is journalist van het NRC Handelsblad. In zijn portefeuille zitten Den Haag, met aspecten zoals radicalisering en alcoholbeleid. Hij sprak over zijn werk in het laatste Journalistieke Arena van dit kwartaal.

De auteur van dit blog hield op Twitter een liveblog bij. De opmerkelijkste en meeste interessante blog staan hieronder.

https://twitter.com/EerstGeert/status/580000371512360960

https://twitter.com/EerstGeert/status/580000371512360960

https://twitter.com/EerstGeert/status/580001526548156416

https://twitter.com/EerstGeert/status/580002844914372608

https://twitter.com/EerstGeert/status/580003386138955776

https://twitter.com/EerstGeert/status/580003595413770240

https://twitter.com/EerstGeert/status/580003846753292288

https://twitter.com/EerstGeert/status/580004196935544832

https://twitter.com/EerstGeert/status/580004402276225024

https://twitter.com/EerstGeert/status/580005691127136256

https://twitter.com/EerstGeert/status/580005853270536192

https://twitter.com/EerstGeert/status/580006451424423936

https://twitter.com/EerstGeert/status/580007912669650945

Dit is een interessante. Persvoorlichtingen zijn namelijk irritante afdelingen voor journalisten.

https://twitter.com/EerstGeert/status/580008522362068992

https://twitter.com/EerstGeert/status/580010112246554624

https://twitter.com/EerstGeert/status/580010424411799552

https://twitter.com/EerstGeert/status/580013277494792192

https://twitter.com/EerstGeert/status/580013765699215360

https://twitter.com/EerstGeert/status/580014425404502017

Na het verhaal van Christiaan werd er weer de quiz gehouden. Deze keer gingen de 9 vragen over het binnenland. Lola en Hanneke zaten weer in hun element.

https://twitter.com/EerstGeert/status/580016192607399938

https://twitter.com/EerstGeert/status/580016985372815360

https://twitter.com/EerstGeert/status/580017404060794880

Vervolgens kwam de Student van de Week. Robyn Samson, een journalistiek studente, won een boekje: “Regeert de Leugen?” Dit boek staat op de boekenlijst.

https://twitter.com/EerstGeert/status/580017967892692992

Pelgrim wil ons het volgende meegeven voor onze toekomst:

https://twitter.com/EerstGeert/status/580010424411799552

De auteur van dit blog hield een liveblog bij op Twitter. De opmerkelijkste tweets staan hieronder op een rijtje.

Een blog over bloggen

Bloggen, dat is makkelijk nog niet. Na een half jaartje op mijn eigen houtje geblogd te hebben, starten dan nu komende tijd verschillende colleges over hoe men inhoudelijk kan bloggen. Eindelijk wordt er een concreet antwoord gegeven op de “hoe?”-vraag. Een klein overzicht van de eerste college in een reeks.

Ten eerste gaan we kijken hoe je een goede blogpost schrijft. Natuurlijk, een goede titel is belangrijk. Het is goed om een vraag te stellen aan het publiek, want mensen houden van antwoorden. Verder spreek de blogger de lezer aan op een formele manier. Hoi jij! Ook getallen doen het goed, volgens de PowerPoint-dia. Het antwoord op alles is toch 42.

Vervolgens volgt er een discussie over een ananas. Kreten als zonnige landen, SpongeBob en gezondheid vliegen over en weer. Maar wat blijkt: Prins Ananas is een rubriek van NRC. Ananassen, waar zijn we zonder.

nrc.nl/prinsananas

Ananassen zijn meer waard dan je dacht

Ananassen zijn meer waard dan je dacht

Nou ja, je niche vinden is oké, maar dit is toch wel een beetje ver gezocht vindt deze blogger. En daarmee ananas.

Een andere blogvoorbeeld is Jennie from the Blog, iemand die ver gaat met fashion en uiterlijk. Misschien wel leuk voor de mannelijke lezers/kijkers, maar het is een voorbeeld dat bloggen ook gevaarlijk kan zijn.

Kortom: bloggen is eigenlijk een uitgebreid prikbord, waarop je alles kan neerzetten wat je leuk vindt, of als je het nodig hebt. Je weet niet welke reacties je krijgt, maar het is aan jezelf hoe je ermee omgaat. Het is herkenbaar dat je blog onzichtbaar blijft voor onbekenden, wel is Twitter actiever (door middel van retweeten) dan Facebook.

We besluiten met een schema dat de samenhang tussen je verhaal, het artikel zelf en de sociale media, goed aangeeft.

Boekanalyse 2: De littekens van de dag (Hans Laroes)

De auteur, Hans Laroes, was maar liefst negen jaar lang hoofdredacteur van de NOS. In die jaren heeft hij veel meegemaakt en is er veel veranderd. Zijn belevenissen en gedachtes over de journalistiek staan in dit redelijk dikke boek – tussen de voor- en achterkant zijn er krap 320 bladzijden te vinden. Best wel veel op het eerste gezicht, maar het boeit mij enorm en ik heb het boek dan ook met plezier gelezen. Laroes vertelt in het boek over alle partijen die bij het nieuws betrokken zijn, zoals de consumenten, de journalisten van de NOS zelf, en de nieuwsbronnen.

Laroes kent zijn publiek goed. TV-kijkend en radioluisterend Nederland wordt zorgvuldig onder de loep genomen, van klein (zijn dochtertje) tot groot (“hoogopgeleide volwassenen”). Daarnaast weet hij wat zijn collega’s doen. Ik vind het leuk om te lezen hoe zo’n groot en machtig nieuwscompagnie in elkaar steekt, maar ook de veranderingen, snel en langzaam, geven een goed beeld over het reilen zeilen van de verschillende deelredacties. Pluspuntje: enkele nieuwsfeiten komen terug in het verhaal, de aanval bijvoorbeeld op de Twin Towers in New York. Hier kijk je niet mee naar de happenings zelf, maar over de schouder van Laroes hoe de redactie stoeit met alle informatie en reacties.

Dit boek stimuleert mij om journalistiek te volgen, want ik droom er al van om daar te werken. Of een ander nationale zender uiteraard, maar het komt erop neer dat men zorgvuldig maar toch met enige spoed nieuws moet brengen aan een breed publiek. Door Laroes’ verhaal weet ik een beetje wat ik kan verwachten, echter moet ik nog veel leren en doen – “al doende leert men”. Journalistiek blijft veranderen, dus ik ben nieuwsgierig hoe ik over tien jaar nieuws vergaar. We zullen het zien.

Boekanalyse: Uit onbetrouwbare bron (Theo Dersjant)

De ondertitel van dit boek is “de mooiste missers in de media”. Dat is dan ook precies waar het 160 pagina’s tellend boekje over gaat: de nieuwsblunders die gemaakt zijn. Dit kan héél lang geleden gebeurd zijn – bijvoorbeeld eind 19e eeuw –  tot het recentere verleden, neem nou 1995. Het boekje onderscheidt de blunders in twee hoofdgroepen. De eerste groep blunders komt van de journalist zelf, die verkeerde informatie in de media brengt. De andere groep is de ‘vergiftigde bron’, zoals het boekje mooi vertelt. Een buitenstaander of iemand die heel graag in de media wil komen, die komt dan per abuis in de krant

“Het beste vermaak is leedvermaak” is een bijpassende slogan voor deze overzicht van foutjes (of juist de grove fouten). Per dag komen er tientallen nieuwsberichten langs, en men mag er van uitgaan dat de daarin vermelde informatie klopt. Hoor- en wederhoor, één bron is geen bron en andere regeltjes moeten voorkomen dat onjuiste berichten geplaatst worden. Enkele berichten vallen dan door de spreekwoordelijke mand en blijken achteraf niet waar te zijn. Ik vind dat het wel eens mag en kan gebeuren, maar zeker niet te vaak.

Wat mij bevalt aan dit boekje, is dat er praktische en korte voorbeelden worden gehouden. Af en toe tijdens het lezen verschijnt er dan ook een glimlach op mijn mond, omdat het een domme blooper is die ik zelfs kan vermijden. Journalistiek is werk met veel gestress denk ik, en dan kan een misser inderdaad wel eens voorbij komen. Foutje, bedankt.

Kijkje op mijn school (2): De zesde Journalistieke Arena, met Diederik Smit

Dit was toch wel de leukste editie van de Journalistieke Arena. Dit kwam doordat Diederik Smit, bekend van de satirisch-journalistieke site De Speld, te gast was. Hij en een paar andere mensen nemen het nieuws op de hak op deze site. Zelf kom ik er ook regelmatig, en ik heb mijzelf er ook op betrapt dat ik zo’n Facebook-post van De Speld in een snelle blik aanzag voor een normale nieuwssite. Ik plaatste een reactie, en zag daarna dat het van De Speld was.

Nu even terzake: in de grote zaal van het Leger des Heils, beter bekend bij studenten als de Korpszaal, zaten de heer Smit, de heer Pfauth en twee studiegenoten aan een tafel. Het tafereeltje zag er apart maar gezellig uit. Smit vertelt hoe zijn dagen eruitzien, want hij heeft nog andere werkplekken. Neem nu Radio 1, De Dag van Diederik. Of wat te denken van de Globaal Nieuws-bulletins, van de radio-afdeling van De Speld? Daarnaast schrijft hij boeken – ikzelf heb zo’n Speld boek over het stichting van (de Republiek der) Nederland(en). Hij deed verder nog onduidelijk over een tv-programma met Arjan Lubach. Ik ben heel nieuwsgierig hoe dat wordt!

De Speld past goed bij mij en dit college heeft mij heel erg geïnspireerd. Er werd gesproken over hoe geen nieuws toch nieuws kan worden, als er maar een zwaard in zit. Of mijn spinsel dat er ook wel bij past: “Ebola uitgebroken in Republiek Donetsk”. Smit heeft verder een mooie stem om jaloers op te worden…

https://twitter.com/EerstGeert/status/520230599404302336

^ De tweet die mij een prijs opleverde

Na deze inspirerende college van Diederik Smit gingen de eerstejaars journalisten door met de quiz. Opvallend was dat veel leerlingen al ‘uit’ waren na de eerste vraag, en daardoor duurde de quiz ook niet zo lang. Maar daarna gebeurde er iets totaal onverwachts. Ik was Student van de Week, omdat ik als enige die week aandacht had geschonken aan de nominaties. Het was slechts een vraag of iemand een andere wilde nomineren, maar hiermee is verder niets gebeurd. Die impulsieve Twittervraag heeft mij dus een mooi boekje gekregen uit de handen van de heer Pfauth, en het is geschreven door zijn collega Johan Snel.

Kijkje op mijn school: Rob Wijnberg op de eerste Journalistieke Arena

Vanwege de vernieuwing van de journalistieke opleiding op het CHE zijn er ook nieuwe vakken ontstaan. Eén van die vakken is het “Journalistieke Arena”, waarin bekende en halfbekende personen, werkzaam in de journalistiek, colleges geven.

Aan het begin ontstond verwarring toen enkele studenten zeiden dat het in een kerk was die dichtbij onze hogeschool zit, maar anderen spraken dit weer tegen. Mijn klasgenoten en ik wisten even niet waar we naartoe moesten, maar niet lang daarna kwam er een WhatsAppje binnen dat we toch in een ander zaaltje hadden (PTC+ voor de insiders – een kantine van een bedrijf vlakbij het CHE)

*** eerste indruk op https://decorrespondent.nl/robwijnberg ***

De kick-off van dit vak is dan met vertraging begonnen, maar het waren wel leuke 80 (oorspronkelijk 100) minuten. Rob Wijnberg – hoofdredacteur van de Correspondent – was namelijk de gastdocent, en hij legde uit wat hij vond van de traditionele media. Hij noemde het de Waan van de Dag, want de wereld draait gewoon verder. Wijnberg legde uit dat hij ertegen in wil gaan, en anders te doen dan de andere nieuwsbedrijven.

Op zich is dit niet verkeerd, want hij slaat figuurlijk rechts af waar andere journalisten rechtdoor gaan. Persoonlijk vind ik het nadelig dat de Correspondent niet op papier uitkomt, omdat ik op internet snel met andere zaken bezig ben en  niet genoeg zin heb om een heel groot stuk te lezen. Tenzij het onderwerp mij echt boeit, maar dat is nog niet snel gebeurt.

Naast de verklaring van Rob waren er nog twee ‘rubrieken’. De eerste was de quiz, waarbij alle studenten bij aanvang moesten staan. Er kwamen vragen langs, en leerlingen moesten kiezen uit de klassieke A of B. Was het A? Je moest dan je arm opsteken. En als je vond dat het antwoord B was, hield je je arm stijf langs je lijf. De foute personen waren verplicht tot zitten, en mochten voor de rest niet meer meedoen. Al met al werd Johan de eerste winnaar, nota bene uit mijn klas.

Daarna kwam de Student van de Week. Hierin konden de eerstejaars studenten elkaar nomineren. Wie de meeste nominaties had én er een waardig argument bij toe te voegen was, kreeg een presentje van de presentator (eigenlijk was dat ook een docent; meneer Pfauth).

Tot slot keken we een journalistieke blunder die gemaakt was op de (inter)nationale TV. Deze keer was het een presentator/interviewer die schaterde van het lachen, en de gasten in het programma voelden ze zich niet meer serieus genomen en keken ongemakkelijk… zie het desbetreffende filmpje hieronder.